STATUTENWIJZIGING HENGELSPORTVERENIGING DE RUISVOORN
Heden, zesentwintig mei tweeduizend vijfentwintig,
verschenen voor mij, mr. Edwin Cornelis van Luijn, notaris in de gemeente West Betuwe, kantoorhoudende te Waardenburg:
de heer Gilles Johannes van Steijn, wonende te Rhenoy, gemeente West Betuwe, Lingedijk 58 (postcode 4152 EB), geboren te Beesd op zesentwintig mei negentienhonderd zesenvijftig;
de heer Pieter Jan van der Meijden,, wonende te Acquoy, gemeente West Betuwe, Huigenstraat 15 (postcode 4151 CC), geboren te Beesd op dertig december negentienhonderd achtenveertig;
te dezen handelende als gezamenlijk bevoegde bestuurders van de
vereniging: Hengelsportvereniging De Ruisvoorn, statutair gevestigd te
Acquoy, kantoorhoudende te Rhenoy, gemeente West Betuwe, Lingedijk
58 (postcode 4152 EB), ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 40156125; hierna tezamen te noemen: de ,"Vereniging".
De verschenen personen, handelend als gemeld, gaven vooraf te kennen:
De vereniging is opgericht op dertien mei negentienhonderd
éénenzeventig en is koninklijk goedgekeurd bij besluit van negentien
maart negentienhonderd vijfenzeventig nummer 73888;
De statuten van de vereniging zijn laatstelijk gewijzigd op dertien mei negentienhonderd zevenennegentig, verleden voor mr C.A.M. Kleipool destijds notaris te Rumpt, gemeente Geldermalsen;
dat blijkens een aan deze akte te hechten uittreksel van de notulen van de algemene ledenvergadering gehouden op dertien maart tweeduizend vijfentwintig besloten werd de statuten van de vereniging geheel te wijzigen.
Vervolgens verklaarden de verschenen personen, handelend als gemeld, de statuten van de vereniging geheel te wijzigen, zodat deze thans luiden als volgt: "Statuten Naam, zetel en duur Artikel 1
De vereniging draagt de naam:
HSV Acquoy Beesd Combinatie de Ruisvoorn.
Ook wel genaamd ABC de Ruisvoorn.
Zij is gevestigd te Rhenoy.
De vereniging is opgericht voor onbepaalde tijd Het doel van de vereniging is: Artikel 2
het bevorderen van de hengelsport als sportieve recreatie;
het beschermen en verbeteren van de visstand;
het behartigen van de belangen op hengelsportgebied van de
sportvissers in het algemeen en van de leden en de jeugdleden van
de vereniging in het bijzonder.
hetzij in samenwerking met andere hengelsportverenigingen, hetzij door aansluiting bij- en in samenwerking met overkoepelende organisaties door:
het kopen, huren of op andere wijze, met of zonder lasten, ter
beschikking krijgen van vis-en looprecht, viswater, terreinen,
opstallen en van overige zaken, die de beoefening van de
hengelsport kunnen bevorderen;
te streven naar wettelijke regelingen en andere
overheidsmaatregelen, waardoor de belangen van de hengelsport
worden gewaarborgd en mogelijk bevorderd;
het in stand houden en verbeteren van een milieu dat aan de
beoefening van de hengelsport zoveel mogelijk kansen biedt;
het zo nodig uitzetten van vissoorten die voor de hengelsport en/of
het milieu van belangzijn of kunnen zijn en overigens het zoveel
mogelijk op peil houden van de visstand in het ter beschikking van
de (jeugd)leden staande viswater;
alle overige wettige middelen welke de doelstellingen van de
vereniging kunnen bevorderen.
Categorieën van betrokken personen Artikel 3
ereleden;
leden;
jeugdleden;
begunstigers.
Ereleden Artikel 4
Ereleden zijn natuurlijke personen die vanwege hun verdiensten voor de vereniging en/of hengelsport in het algemeen op voorstel van het bestuur door de ledenvergadering tot erelid zijn benoemd.
Ereleden hebben alle rechten, voortvloeiend uit het lidmaatschap van de vereniging behoudens het stemrecht, tenzij zij tevens lid van de vereniging zijn, in welk geval zij eveneens het stemrecht hebben.
Ereleden zijn vrijgesteld van financiële verplichtingen jegens de vereniging. Leden en lidmaatschap Artikel 5
Leden zijn die natuurlijke personen, die door het bestuur als lid zijn toegelaten.
Leden van de vereniging kunnen zijn natuurlijke personen die de leeftijd van veertien jaar hebben bereikt op één januari van het jaar waarin zij lid worden.
De aanmelding voor het lidmaatschap moet schriftelijk gebeuren bij het bestuur door middel van een aanmeldingsformulier. Als de vereniging hiervoor kiest kan aanmelding ook via een elektronisch formulier plaatsvinden.
lidmaatschapsbewijs.
Bij niet-toelating geeft het bestuur de aanvrager van het lidmaatschap
schriftelijk bericht daarvan waarin de redenen die tot weigering van de
toelating hebben geleid worden vermeld en de mogelijkheid om tegen die beslissing schriftelijk beroep in te stellen bij de commissie van beroep zoals vermeld in artikel 16.
De commissie van beroep beslist in hoogste instantie omtrent het
ingestelde beroep binnen zes weken na ontvangst door het bestuur
van het beroepsschrift. De commissie van beroep kan alsnog tot
toelating besluiten, in welk geval de betrokkene alsnog een lidmaatschapsbewijs ontvangt. De aanvrager wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk van het besluit van de commissie van beroep in kennis gesteld.
Een jeugdlid wordt lid met ingang van één januari van het jaar, volgend op het jaar waarin dit jeugdlid de leeftijd van veertien jaar bereikt, tenzij het jeugdlidmaatschap vóór één oktober van het voorafgaande jaar schriftelijk is opgezegd.
Het bestuur houdt een register bij waarin onder andere de namen,
adressen en geboortedataalsmede (indien mogelijk) een
telefoonnummer en persoonlijk e-mailadres van de leden zijn
opgenomen, een en ander op een door het bestuur aan te geven wijze.
In het register wordenalleen die gegevens bijgehouden die voor het
realiseren van het doel van de vereniging noodzakelijk zijn.
Het bestuur kan na een voorafgaand besluit van de algemene
vergadering en met inachtnemingvan de geldende wetgeving op het
gebied van privacy, geregistreerde gegevens aan derden verstrekken,
behalve van het lid dat tegen deze verstrekking bij het bestuur schriftelijk bezwaarheeft gemaakt. De verplichting om de algemene vergadering hierover te laten besluiten en hetrecht op bezwaar geldt niet voor de noodzakelijk door de vereniging aan derden te verstrekkengegevens, waaronder de verstrekking van gegevens aan de overkoepelende organisaties en gegevens die aan overheden of (publiekrechtelijke) instellingen dienen te worden verstrekt inverband met een wettelijke verplichting. Inachtneming van de geldende wetgeving op het gebied van privacy, geregistreerd gegevens aan derde verstrekken, behalve van het lid dat tegen deze verstrekking bij het bestuur schriftelijk bezwaar heeft gemaakt. De verplichting om de algemen vergadering hierover te laten besluiten en het recht op bezwaar geldt niet voor de noodzakelijk door de vereniging aan derde te verstrekken gegevens, waaronder de verstrekking van gegevens aan de overkoepelende organisaties en gegevens die aan die aan overheden of (publiekrechtelijke) instellingen dienen te worden verstrekt in verband met een wettelijke verplichting.
Jeugdleden en jeugdlidmaatschap Artikel 6
Jeugdleden van de vereniging kunnen zijn natuurlijke personen die nog niet de leeftijd van veertien jaar hebben bereikt op 1 januari van het
jaar waarin zij lid worden.
De aanmelding voor het jeugdlidmaatschap moet schriftelijk gebeuren
bij het bestuur doormiddel van een aanmeldingsformulier. Als de
vereniging hiervoor kiest kan aanmelding ook via een elektronisch
formulier plaatsvinden. Het formulier dient mede door de wettelijke
vertegenwoordiger(s) van de aanvrager te worden ondertekend.
De indiening van het aanmeldingsformulier voor het jeugdlidmaatschap
houdt in een aanmelding voor het lidmaatschap van de vereniging met
ingang van de datum waarop de aanvrager dat lidmaatschap kan
verkrijgen, onder toepassing van het bepaalde in artikel 5 lid 6.
Het bestuur beslist over de toelating tot het jeugdlidmaatschap binnen één
maand na ontvangst van het aanmeldingsformulier.
Bij toelating tot het jeugdlidmaatschap wordt aan de wettelijke
vertegenwoordiger(s) van het jeugdlid een ten name van het jeugdlid
gesteld jeugdlidmaatschapsbewijs toegezonden.
Bij niet-toelating geeft het bestuur de wettelijke vertegenwoordiger(s)
van de aanvrager schriftelijk bericht daarvan. Tegen deze beslissing van
het bestuur staat geen beroep open.
Aanvang en einde van het lidmaatschap Artikel 7
Het lidmaatschap van de vereniging begint op de datum waarop het bestuur dan wel de commissie van beroep, tot de toelating van de
aanvrager heeft besloten. In het geval, vermeld in artikel 5 lid 5 begint het lidmaatschap van het betrokken jeugdlid op 1 januari van het jaar, volgend op het jaar waarin het jeugdlid de leeftijd van veertien jaar heeft
bereikt.
Het lidmaatschap eindigt:
door overlijden van het lid;
door tijdige schriftelijke opzegging door het lid;
door tijdige schriftelijke opzegging namens de vereniging.
Deze opzegging kan gebeuren wanneer een lid zijn verplichtingen
jegens de vereniging niet, niet tijdig of niet volledig nakomt en ook
wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden
het lidmaatschap van het betrokken lid voort te zetten;
door ontzetting uit het lidmaatschap met onmiddellijke ingang.
Deze ontzetting kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in
strijd met de statuten, het huishoudelijk reglement of besluiten der
vereniging handelt, waaronder begrepen het begaan van de
overtredingen welke zijn opgenomen in het huishoudelijk reglement,
of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.
Opzegging namens de vereniging geschiedt door het bestuur.
Opzegging door het lid of namens de vereniging kan slechts gebeuren
tegen eenendertig december van enig jaar.
Bij opzegging door het lid kan opzegging slechts plaatsvinden met
inachtneming van een opzegtermijn van tenminste drie maanden en
door middel van een gedagtekende en persoonlijk ondertekende brief.
Bij een minderjarig lid moet de brief ook door diens wettelijke
vertegenwoordiger(s) zijn ondertekend. Bij opzegging namens de vereniging kan de opzegging plaatsvinden met inachtneming van een opzegtermijn van tenminste één maand.
Het lidmaatschap kan echter met onmiddellijke ingang worden
opgezegd indien van een lid of van de vereniging redelijkerwijs niet
gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
Een opzegging in strijd met het bepaalde in het vorige lid, doet het
lidmaatschap eindigen op eenendertig december van het jaar volgende
op het jaar waarin is opgezegd.
Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt door het bestuur.
De betrokkene wordt zo snel mogelijk schriftelijk van het besluit tot ontzetting in kennis gesteld, met opgave van redenen en onder
vermelding van de mogelijkheid van beroep daartegen. Tegen een besluit tot opzegging van het lidmaatschap namens de vereniging en van een besluit tot ontzetting uit het lidmaatschap kan de betrokkene binnen één maand na de ontvangst van dekennisgeving van het besluit, schriftelijk in beroep gaan bij de commissie van beroep. Gedurende de beroepstermijn en gedurende de beroepsprocedure is het betrokken lid geschorst.
De commissie van beroep beslist in hoogste instantie omtrent het
ingestelde beroep binnen zes weken na ontvangst door het bestuur van
het beroepsschrift. Het betrokken lid wordt zo spoedig mogelijk van het besluit van de commissie schriftelijk in kennis gesteld.
Wanneer de commissie van beroep het ingestelde beroep gegrond acht,
eindigt de schorsing van het betrokken lid op de dag van de
dienovereenkomstige uitspraak van de commissie; wanneer de
commissie van beroep het ingestelde beroep ongegrond acht, eindigt
het lidmaatschap van het betrokken lid op de dag van de
dienovereenkomstige uitspraak van de commissie.
Voordat het bestuur een besluit neemt tot opzegging van, of ontzetting uit het lidmaatschap kan het bestuur het betrokken lid schriftelijk een waarschuwing (laten) geven, met vermelding van de reden(en) welke kan (kunnen) leiden tot een zodanig besluit van het bestuur. Het bestuur kan aan die waarschuwing een periode verbinden waarbinnen
het betrokken lid alsnog volledigaan zijn verplichtingen ten opzichte
van de vereniging moet hebben voldaan.
Het bestuur kan ook alvorens een besluit te nemen tot opzegging van, of ontzetting uit het lidmaatschap, het betrokken lid schorsen voor een periode van maximaal drie maanden.
De schorsing eindigt van rechtswege wanneer het bestuur niet vóór het
einde van de schorsingsperiode een besluit heeft genomen hetzij tot
opzegging van het lidmaatschap van het betrokken lid of tot ontzetting
van dat lid uit zijn lidmaatschap, hetzij tot beëindiging van de
schorsing. Het betrokken lid ontvangt over zijn schorsing schriftelijke bericht waarin wordt vermeld: de periode gedurende welke hij is geschorst, de redenen die tot zijn schorsing hebben geleid en de mededeling dat het bestuur zal overgaan tot opzegging van zijn lidmaatschap of ontzetting uit zijn lidmaatschap wanneer het betrokken lid niet alsnog voor het einde van de schorsingsperiode volledig aan zijn verplichtingen tegenover de vereniging heeft voldaan of dat lid gedurende de schorsingsperiode dan wel daarna de overtreding(en) of handeling(en) in strijd met de statuten, het huishoudelijk reglement of de besluiten van de vereniging herhaalt.
De commissie ter behandeling van overtredingen, als bedoeld in artikel 16 lidsub lV, is bevoegd een lid of jeugdlid te schorsen.
Tijdens de schorsing als vermeld in lid 7 en lid 10 van dit artikel kunnen door het (jeugd)lid geenlidmaatschapsrechten worden uitgeoefend. Een geschorst (jeugd)lid is verplicht de door of namens de vereniging aan hem uitgegeven toestemming(en) en overige bescheiden voor de duur van de schorsing in te leveren.
Aanvang en einde van het jeugdlidmaatschap Artikel 8
Het jeugdlidmaatschap van de vereniging vangt aan op de datum
waarop het bestuur tot toelating van de aanvrager tot het
jeugdlidmaatschap heeft besloten.
Het jeugdlidmaatschap eindigt op dezelfde manier zoals is bepaald in het voorgaande artikel, met dien verstande dat tegen een besluit van het bestuur tot opzegging van het jeugdlidmaatschap geen beroep op de commissie van beroep mogelijk is.
Het jeugdlidmaatschap eindigt ook in het geval als bedoeld in artikel 5 lid 6.
De bepalingen omtrent een waarschuwing en een schorsing zoals vermeld in de leden 9, 10 en11 van het voorgaande artikel zijn van overeenkomstige toepassing op een jeugdlid,met dienverstande dat alle schriftelijke mededelingen terzake worden gericht aan de wettelijke vertegenwoordiger(s) van het betrokken jeugdlid.
Rechten en verplichtingen van de leden en de jeugdleden Artikel 9
Het lidmaatschap van de vereniging geeft de leden het recht:
deel te nemen aan de ledenvergaderingen, daarin het woord te
voeren en het stem rechtuit te oefenen;
gebruik te maken van alle door de vereniging geboden faciliteiten
op het gebied van de hengelsport, neergelegd in de statuten, het
huishoudelijk reglement en/of besluiten van de vereniging;
deel te nemen aan door de vereniging, al dan niet in samenwerking
met een andere hengelsportvereniging of een overkoepelende
organisatie, georganiseerde wedstrijden en andere activiteiten;
een lidmaatschapsbewijs en/of schriftelijke toestemming(en) om te vissen, te ontvangen. Deze bescheiden blijven eigendom van de
vereniging.
Het jeugdlidmaatschap van de vereniging geeft de jeugdleden het recht:
deel te nemen aan de ledenvergaderingen en daarin het woord te
voeren;
gebruik te maken van alle door de vereniging geboden faciliteiten
op het gebied van de hengelsport, neergelegd in de statuten, het
huishoudelijk reglement en/of besluiten van de vereniging tenzij
daarbij uitdrukkelijk is vastgelegd dat bepaalde faciliteiten niet
openstaan voorjeugdleden;
deel te nemen aan door de vereniging, al dan niet in samenwerking
met een andere hengelsportvereniging of een overkoepelende
organisatie, georganiseerde wedstrijden en andere activiteiten, tenzij
door het bestuur is besloten dat deelname aan de bepaalde
wedstrijd of activiteit niet voor jeugdleden openstaat;
een jeugdlidmaatschapsbewijs en/of schriftelijke toestemming(en)
om te vissen, te ontvangen. Deze bescheiden blijven eigendom
van de vereniging.
De leden en jeugdleden zijn verplicht:
de statuten, het huishoudelijk reglement en de besluiten van de
vereniging na te leven, alsmede de belangen van de vereniging
niet te schaden;
voor zover niet anders is bepaald, uiterlijk binnen één maand na de
aanvang van het lidmaatschap respectievelijk het jeugdlidmaatschap het inschrijfgeld te voldoen;
de jaarlijkse contributie voor leden respectievelijk jeugdleden te
voldoen op de daarvoor bij het aangaan van het lidmaatschap
omschreven of bij reglement vastgestelde wijze en tijdstippen;
zich te onthouden van de in het huishoudelijk reglement opgenomen overtredingen en de voorwaarden van de schriftelijke toestemming (vergunning) na te leven;
het (jeugd)lidmaatschapsbewijs en/of de schriftelijke
toestemming(en) om te vissen dan wel andere bescheiden of
spullen van de vereniging op eerste verzoek van het bestuur aan
het bestuur af te geven;
te voldoen aan de verzoeken van de controleurs zoals vermeld in
artikel 17 en aan hen op eerste verzoek het jeugd)lidmaatschapsbewijs en/of schriftelijke toestemming(en) om te vissen af te geven;
tot nakoming van de verplichtingen die door de vereniging in naam
van de leden en de jeugdleden zijn aangegaan.
door Sportvisserij Nederland opgelegde maatregelen te
respecteren en accepteren behoudens statutaire
beroepsmogelijkheden.
het (jeugd)lidmaatschapsbewijs en/of de schriftelijke
toestemming(en) om te vissen dan wel andere bescheiden of
spullen van de vereniging op eerste verzoek van het bestuur aan
het bestuur af te geven;
Een lid of jeugdlid kan de toepasselijkheid te zijnen opzichte van een besluit van het bestuur of van de ledenvergadering waarbij de
verplichtingen van de (jeugd)leden, - verplichtingen van geldelijke aard en/of van andere aard-, zijn verzwaard dooropzegging van zijn
(jeugd)lidmaatschap niet uitsluiten.
Alle stukken bestemd voor de vereniging, haar bestuur en overige
organen en de namens haar optredende personen kunnen worden
verzonden naar het daartoe door het bestuur bekend gemaakte adres
van het secretariaat.
Strafbaar is elk handelen of nalaten in strijd met de statuten,
reglementen, codes en/of besluiten van organen van de vereniging
alsmede het handelen in strijd met de voorwaarden van de door de
vereniging uitgegeven schriftelijke toestemmingen of
hetgeen waardoor de belangen van de vereniging worden geschaad.
Voor zover deze bevoegdheid niet aan een commissie belast met de
tuchtrechtspraak is opgedragen, is het bestuur bevoegd om, in geval
van strafbare handelingen of gedragingen zoals bedoeld in dit lid, de
volgende straffen op te leggen:
a. berisping;
b. tuchtrechtelijke boete;
c. intrekken schriftelijke toestemming om te vissen;
d. schorsing;
e. ontzetting (royement).
Alle straffen dienen onverwijld en met een redenen omkleed schrijven
aan het lid kenbaar gemaakt te worden. Tegen een strafmaatregel kan
het lid binnen een maand beroep aantekenen bij de commissie van
beroep conform artikel 7. Tuchtrechtelijke boetes kunnen slechts worden opgelegd tot de bij reglement vastgestelde maxima.
Indien aan een lid van de vereniging een maatregel wordt opgelegd
door Sportvisserij Nederland die gericht is tegen het lidmaatschap van
het lid bij Sportvisserij Nederland (schorsing, opzeggen lidmaatschap
of ontzetting uit het lidmaatschap) werkt deze sanctie automatisch op
eenzelfde manier door naar het lidmaatschap van het lid bij de
vereniging.
Begunstigers Artikel 10
Begunstigers zijn natuurlijke personen of rechtspersonen die zich
tegenover de vereniging hebben verbonden tot een periodieke bijdrage in
geld, goederen of diensten zonder daarvoor een tegenprestatie te vragen. De
minimum bijdrage in geld wordt van tijd tot tijd vastgesteld door het bestuur.
Begunstigers hebben geen andere rechten dan de rechten die aan hen bij de
statutenzijn toegekend.
Opzegging namens de vereniging geschiedt door het bestuur.
Bestuur; benoeming van bestuursleden Artikel 11
De vereniging wordt bestuurd door een bestuur, bestaande uit minimaal drie en maximaal negen bestuursleden. Het aantal bestuursleden wordt vastgesteld door het zittende bestuur, met inachtneming van de hiervoor genoemde grenzen.
Bestuursleden worden benoemd door de ledenvergadering uit de
meerderjarige leden.
De benoeming van bestuursleden gebeurt uit een niet-bindende
voordracht welke voor elke vacature wordt opgemaakt door het
bestuur. Een zodanige voordracht kan ook worden opgemaakt door een groep van vijf of meer leden. Een voordracht hoeft voor elke vacature slechts één naam te bevatten.
De voordracht(en) vanuit het bestuur wordt (worden) bij de oproeping voor de vergadering waarin de benoeming van bestuursleden aan de orde komt, medegedeeld. De voordracht(en)vanuit de groep van leden moet (moeten) uiterlijk twee weken vóór de dag der vergadering schriftelijk bij het bestuur zijn ingediend, vergezeld van een bereidverklaring van de voorgedragen kandidaat om bij zijn benoeming tot bestuurslid die functie te aanvaarden. De voordracht(en) vanuit de leden wordt (worden) in de agenda voor de desbetreffende vergadering vermeld.
De benoeming van een bestuurslid vindt plaats uit de opgemaakte
voordracht(en). De ledenvergadering kan echter met tenminste twee
derde van de uitgebrachte stemmen een bestuurslid benoemen uit de
meerderjarige leden buiten de opgemaakte voordracht(en) om.
Indien de voordracht voor een bestuursfunctie één kandidaat voor een te vervullen plaats bevat, dan heeft een besluit over de voordracht tot
gevolg dat de kandidaat is benoemd, tenzij het bindende karakter aan
de voordracht wordt ontnomen.
Het lidmaatschap van het bestuur is onverenigbaar met:
het lidmaatschap van de kascommissie;
het lidmaatschap van de commissie van beroep.
Einde bestuurslidmaatschap; schorsing; bestuur een wettig college Artikel 12
Een bestuurslid kan, ook al is hij voor een bepaalde tijd benoemd, op elk moment door de ledenvergadering op een met redenen omkleed
voorstel van alle overige bestuursleden of van tenminste tien leden
worden ontslagen of geschorst.
Een schorsing die niet binnen drie maanden gevolgd wordt door een
besluit tot ontslag of tot opheffing van de schorsing eindigt door het
verloop van die termijn. Tijdens de schorsing kan de betrokkene zijn bestuursfunctie niet uitoefenen.
Ieder jaar aan het einde van de jaarvergadering als bedoeld in artikel 20 lid 2 treed()en tenminste één bestuurslid(den) af volgens een door het bestuur op te maken rooster van aftreden waarin is bepaald dat elk bestuurslid uiterlijk aftreedt aan het einde van de jaarvergadering gehouden in het derde jaar, volgend op het jaar waarin hij werd benoemd. Een volgens rooster aftredend bestuurslid is direct herbenoembaar. Het bestuurslid dat in een tussentijdse vacature wordt benoemd neemt op het rooster van aftreden de plaats van zijn voorganger in.
Bij aftreden volgens rooster blijft een bestuurslid in functie totdat hij is herbenoemd dan wel zijn opvolger is benoemd.
Het bestuurslidmaatschap eindigt verder:
door bedanken door het bestuurslid;
door overlijden van het bestuurslid;
door ontslag van het bestuurslid door de ledenvergadering;
door het eindigen van het lidmaatschap van de vereniging.
In de gevallen genoemd onder a. en d. treedt het bestuurslid af aan het einde van de eerste bestuursvergadering, volgend op de
omstandigheid die tot zijn aftreden heeft geleid.
Als het aantal bestuursleden op enig moment daalt beneden het
minimum aantal als bedoeld in artikel 11 lid 1, blijft het bestuur
desondanks een wettig college vormen uiterlijk tot de afloop van de
eerstvolgende ledenvergadering, gehouden nadat genoemde situatie is
ontstaan en door welke vergadering in de bestaande vacature(s) is
voorzien zodat het bestuur weer uit tenminste drie bestuursleden
bestaat.
Bestuursfuncties; bestuursvergaderingen; besluitvorming door het
bestuur Artikel 13
De ledenvergadering wijst uit de bestuursleden, op voorstel van het
bestuur, een voorzitter, een secretaris en een penningmeester aan.
Overigens verdelen de bestuursleden de werkzaamheden van het
bestuur in onderling overleg met inachtneming van de specifieke taken
van de voorzitter, de secretaris en de penningmeester van het bestuur.
Het bestuur vergadert zo vaak als de voorzitter of een ander bestuurslid dat wenselijk acht, maartenminste één maal per vier maanden. De oproeping voor een bestuursvergadering gebeurt schriftelijk of via elektronische weg op een termijn van tenminste veertien dagen onder vermelding van de agenda en onder toevoeging van de bij de agenda behorende bijlagen.
De bestuursvergaderingen worden geleid door de voorzitter en bij diens afwezigheid, door degene die daartoe door de overige bestuursleden wordt aangewezen. Bestuursleden kunnen tijdens de vergadering nog agendapunten inbrengen als de voorzitter van de vergadering hiermee instemt.
leder bestuurslid brengt ter vergadering één stem uit.
Bestuursleden kunnen zich ter vergadering niet laten vertegenwoordigen.
Geldige besluiten worden genomen met gewone meerderheid van
stemmen in een vergadering, waarin tenminste drie bestuursleden
aanwezig zijn.
Alle stemmingen gebeuren mondeling.
Het onthouden van stemmen staat gelijk aan een niet-uitgebrachte stem. Bij het staken van de stemmen wordt het voorstel geacht niet te zijn aangenomen.
6. Een unanieme schriftelijke verklaring van de gezamenlijk fungerende bestuursleden heeft dezelfde rechtskracht als een besluit, dat op geldige wijze werd genomen in een vergadering van het bestuur. Een zodanige verklaring wordt bewaard bij de notulen.
Van het geen er in een bestuursvergadering is besproken worden
notulen gemaakt door de secretaris of notulist en bij diens afwezigheid
door degene, die daartoe door de voorzitter van de vergadering wordt
aangewezen, welke notulen in de volgende vergadering door het
bestuur worden vastgesteld.
Overige regelingen met betrekking tot de bestuursvergaderingen
worden door het bestuur in onderling overleg vastgesteld.
Bestuurstaak en bestuursbevoegdheid; dagelijks bestuur Artikel 14
Behoudens de beperkingen volgens de statuten en de wet is het bestuur belast met het besturen van de vereniging, waaronder begrepen het uitvoeren van besluiten van de ledenvergadering.
Indien het aantal bestuursleden beneden drie is gedaald, blijft het bestuur bevoegd. Het is echter verplicht zo spoedig mogelijk een vergadering te beleggen waarin de voorziening in de open plaats of de open plaatsen aan de orde komt.
Bij ontsteltenis of belet van alle bestuursleden berust het bestuur
tijdelijk bij de kascommissie of door deze commissie aan te wijzen
personen. Voor de gedurende deze periode verrichte bestuursdaden
worden de aangewezen personen met een bestuurder gelijkgesteld.
Het bestuur is bevoegd:
tot het sluiten van overeenkomsten en het maken van afspraken
met betrekking tot vis-en looprechten alsmede na voorafgaande
goedkeuring van de ledenvergadering, tot het sluiten van
overeenkomsten tot het kopen of op andere titel in eigendom
verkrijgen, vervreemden of bezwaren van registergoederen,
alsmede tot het sluiten van overeenkomsten, waarbij de
vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt,
zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor
een schuld van een derde verbindt;
na voorafgaande goedkeuring van de ledenvergadering, het
lidmaatschap aan te vragen en te beëindigen van een
overkoepelende organisatie tot welk belangengebied de
vereniging behoort alsmede aan de (jeugd)leden van de vereniging
de verplichtingen op te leggen waartoe zodanig lidmaatschap de
vereniging verplicht;
de vereniging in naam van de (jeugd)leden andere verplichtingen te laten aangaan;
tot het benoemen en ontslaan van de leden van de commissies als bedoeld in artikel 16 lid 5;
tot het aanstellen van controleurs zoals bedoeld in artikel 17.
Bestuurders moeten zich bij vervulling van hun taak richten naar het belang van de vereniging. Bij een tegenstrijdig belang mag een
bestuurder niet deelnemen aan de beraadslaging en besluitvorming
over het desbetreffende onderwerp. Indien hierdoor geen besluit kan
worden genomen is lid 3 van dit artikel van toepassing. Bestuurders hebben altijd het recht om de algemene vergadering te adviseren over een besluit dat moet worden genomen. Ook als de bestuurders vervolgens zelf mogen meestemmen als lid.
De voorzitter, de secretaris en de penningmeester vormen met elkaar het dagelijks bestuur van de vereniging en zijn als zodanig meer in het bijzonder belast met de dagelijkse gang van zaken.
Vertegenwoordiging Artikel 15
De vereniging wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door het bestuur of door twee gezamenlijk handelende leden van het bestuur waaronder te alle tijde één lid van het dagelijks bestuur.
Het voltallige bestuur kan aan de penningmeester volmacht verlenen om binnen bepaalde grenzen zelfstandig te beschikken over de geldmiddelen van de vereniging.
Commissies Artikel 16
De vereniging kent de volgende commissies:
l. de kascommissie;
ll. een of meerdere wedstrijdcommissies;
lll. andere commissies die door het bestuur noodzakelijk of wenselijk
worden geacht. In het huishoudelijk reglement wordt de werkwijze
van deze commissie. nader geregeld.
De samenstelling, de wijze van benoeming en de taak en
bevoegdheden van de kascommissie zijn geregeld in artikel 19 lid 4.
De kascommissie werkt onafhankelijk van het bestuur
ln de jaarvergadering of in een andere ledenvergadering kunnen op
voorstel van het bestuur door die vergadering worden ingesteld één of
meer van de commissie zoals bedoeld in lid 1. Met betrekking tot
zodanige commissies gelden de volgende bepalingen
Het voorstel van het bestuur tot instelling van een commissie bevat de hoofdlijnen van de taakomschrijving, bevoegdheden, werkwijze verder alles wat nadere regeling behoeft, op te nemen in het huishoudelijk reglement voor zover daarover niet al bepalingen in--
dat reglement zijn opgenomen.
De leden van een commissie worden benoemd door het bestuur uit de leden van de vereniging. tenminste twee leden kunnen
daarvoor een voorstel bij het bestuur indienen.
Commissieleden worden benoemd voor onbepaalde tijd; zij
kunnen op elk moment door het bestuur van hun functíe worden
ontheven.
Een commissie werkt zelfstandig onder verantwoordelijkheid van het bestuur.
Controle Artikel 17
Tenzij het bestuur kiest voor een andere werkwijze of op basis van een besluit van een overkoepelend orgaan verplicht is tot een andere
werkwijze, wordt de controle op en aan het viswater waarvan de
vereniging het visrecht heeft, door het bestuur opgedragen aan één of
meer door het bestuur daartoe aangewezen controleurs.
Het bestuur stelt het aantal controleurs vast en reikt aan hen al dan niet door tussenkomst van een andere (overkoepelende) organisatie een legitimatiebewijs uit. Een controleur wordt benoemd voor onbepaalde tijd en kan op elk moment uit die functie worden ontheven door het bestuur.
De controleurs controleren op de naleving van de bepalingen van de
Visserijwet 1963 en de daarop gebaseerde overheidsvoorschriften en
de voorwaarden van de door of namens de vereniging uitgegeven
toestemmingen, alsmede de overtredingen welke zijn opgenomen in het huishoudelijk reglement.
Houders van toestemmingen zijn verplicht de door of namens de
vereniging uitgereikte toestemming(en) en andere bescheiden op eerste
aanvraag aan een controleur te overhandigen ter controle.
De controleurs zijn verplicht zich bij een controle behoorlijk te legitimeren.
Bij geconstateerde overtreding is een controleur bevoegd het
lidmaatschapsbewijs en de Lijst(en) van Viswateren, dan wel de
Schriftelijke toestemming in te nemen. De controleur is vervolgens
verplicht deze documenten overijld in te leveren bij de secretaris van
de vereniging die het lidmaatschapsbewijs heeft uitgereikt onder
opgave van reden van inname.
In het huishoudelijk reglement kunnen met betrekking tot controles en controleurs nadere regels worden opgenomen.
Geldmiddelen Artikel 18
De geldmiddelen van de vereniging omvatten:
het inschrijfgeld en de contributies van de leden en de jeugdleden;
de bijdragen van de begunstigers;
de opbrengst van activiteiten van de vereniging;
alle overige wettig verworven baten.
Wanneer het (jeugd)lidmaatschap wordt beëindigd in de loop van een verenigingsjaar is toch de volledige contributie over dat jaar
verschuldigd. Het bestuur kan besluiten tot gedeeltelijke restitutie op
grond van bijzondere omstandigheden.
Erfstellingen zullen niet anders dan onder het voorrecht van
boedelbeschrijving worden aanvaard. (schulden niet accepteren)
Verenigingsjaar; jaarverslag; rekening en verantwoording Artikel 19
Het verenigingsjaar loopt gelijk met het kalenderjaar.
Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging zodanig aantekeningen te houden, dat daaruit op elk moment de rechten en de verplichtingen van de vereniging kunnen worden gekend.
Op de jaarvergadering als bedoeld in artikel 20 lid 2, brengt het bestuur een jaarverslag uit over het afgelopen verenigingsjaar over de gang van zaken in de vereniging en over het gevoerde beleid. Ook legt het bestuur de balans en de staat van ontvangsten en uitgaven (de
jaarrekening)met een toelichting ter goedkeuring over. Deze stukken
worden ondertekend door de bestuurders en – indien van toepassing –
commissarissen. Ontbreekt de ondertekening van één of meer hunner, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt. Goedkeuring van de rekening en verantwoording strekt het bestuur tot decharge voor zijn bestuurswerkzaamheden gedurende dat verenigingsjaar voorzover die werkzaamheden uit de overlegde
stukken blijken.
De ledenvergadering benoemt in de jaarvergadering op voorstel van
het bestuur uit de meerderjarige leden een commissie van tenminste
twee personen, die geen deel mogen uitmaken van het bestuur; de
kascommissie. De kascommissie heeft tot taak toezicht te houden op het financiële beleid van het bestuur.
De kascommissie onderzoekt de rekening en verantwoording van het
bestuur en brengt de ledenvergadering schriftelijk verslag van zijn
bevindingen uit. De kascommissie is bevoegd met tenminste twee commissieleden besluiten te nemen. Besluiten worden genomen met gewone meerderheid van stemmen.
Het bestuur is verplicht aan de kascommissie alle gewenste
inlichtingen te verschaffen, desgewenst de kas en de waarden van de
vereniging te tonen en inzage van de boeken en bescheiden van de
vereniging te geven.
De last van de kascommissie kan tussentijds door de ledenvergadering
worden herroepen, maar alleen als in dat geval een andere
kascommissie wordt benoemd.
De ledenvergadering kan, op voorstel van het bestuur, een
registeraccountant of andere ter zake deskundige benoemen om de
jaarrekening te controleren, daarbij een toelichting op te stellenen
daarover een verklaring af te leggen.
Ledenvergadering Artikel 20
Aan de ledenvergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe,
die niet door de wet of de statuten aan het bestuur of aan een
commissie zijn opgedragen.
Jaarlijks, uiterlijk in de maand juni, wordt een ledenvergadering - de jaarvergadering - gehouden.
In de jaarvergadering komen onder meer aan de orde:
de voorziening in vacatures in het bestuur;
de benoeming van de kascommissie voor het lopende verenigingsjaar en de voorziening in eventuele vacatures in de commissie van beroep;
het jaarverslag, de jaarrekening en de toelichting daarop en de
verklaring van de registeraccountant of andere deskundige,
wanneer deze is benoemd;
het verslag van de kascommissie over het afgelopen verenigingsjaar;
de definitieve begroting voor het lopende verenigingsjaar en de
voorlopige begroting voor het komende verenigingsjaar;
vaststelling van de contributie voor de leden en de jeugdleden en
de hoogte van het inschrijfgeld voor het komende verenigingsjaar.
Andere ledenvergaderingen worden gehouden zo vaak als het bestuur dit wenst, of wanneer tenminste een zodanig aantal leden dat bevoegd is tot het uitbrengen van één tiende deel van de stemmen, dit schriftelijk aan het bestuur, onder opgave van redenen en van de te behandelen agendapunten verzoekt.
In het laatste geval is het bestuur verplicht tot het bijeenroepen van een vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken. Als aan dit verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan, door oproeping overeenkomstig het bepaalde in het volgende artikel.
Bijeenroeping ledenvergadering Artikel 21
De ledenvergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur,
onverminderd het bepaalde in lid 4 van artikel 20 en worden gehouden
binnen Nederland op de plaats te bepalen door degene(n) die de
oproeping voor de vergadering doet (doen) uitgaan.
De oproeping gebeurt schriftelijk en/of elektronisch aan de
(mail)adressen van de leden, jeugdleden en begunstigers en/of door
middel van een oproep in een, binnen het gebied waarin de
meerderheid van de (jeugd)leden woonachtig is, veel gelezen dagblad.
De termijn voor de oproeping bedraagt tenminste drie weken. Wanneer echter het bestuur een ledenvergadering bijeenroept op verzoek van de leden zoals bedoeld in lid 4 van artikel 20, bedraagt de termijn van oproeping tenminste twee weken.
Bij de oproeping van een ledenvergadering worden vermeld: de plaats,
datum en het tijdstip van de vergadering en de agendapunten.
Bij de oproeping worden de op de agenda betrekking hebbende stukken meegezonden of wordt medegedeeld op welke plaatsen en vanaf welk tijdstip die stukken voor de leden, jeugdleden en begunstigers ter inzage liggen.
Elk lid heeft het recht agendapunten voor de behandeling in de
ledenvergadering schriftelijk bij het bestuur in te dienen, behoudens het geval dat het betreft een vergadering als bedoeld in lid 4 van het
voorgaande artikel. Dergelijke agendapunten dienen uiterlijk vijf weken voor de vergadering in het bezit te zijn van het bestuur. Het bestuur neemt de door de leden ingediende agendapunten in de agenda op tenzij zwaarwegende belangen van de vereniging zich daartegen verzetten.
In een ledenvergadering kan uitsluitend rechtsgeldig worden besloten ten aanzien van geagendeerde punten. In spoedeisende gevallen kan een agendapunt tijdens de v vergadering worden toegevoegd op voorwaarde dat hiertoe wordt besloten met tenminste twee / derde van de geldig uitgebrachte stemmen.
De voorzitter van de vergadering bepaalt op welk moment de
vergadering een aldus ingelast agendapunt zal behandelen.
Toegang en stemrecht Artikel 22
Toegang tot de ledenvergadering hebben alle leden en jeugdleden met inachtneming van het bepaalde in artikel 7 lid 11 en de begunstigers.>br> Over toegang tot de ledenvergadering van anderen beslist de voorzitter van de vergadering.
Ieder lid van heeft één stem. Door elk lid en dus ook door elk
bestuurslid, kan tijdens de vergadering één stem worden uitgebracht.
Een lid kan zijn stem niet bij volmacht uitbrengen.
Voorzitterschap; notulen Artikel 23
De ledenvergadering wordt geleid door de voorzitter van het bestuur. Bij afwezigheid van de voorzitter tijdens de vergadering treedt één van de andere bestuursleden, aan te wijzen door het bestuur, als voorzitter op. Echter in geval het betreft een ledenvergadering als bedoeld in artikel 20 lid 4, wordt door die vergadering zelf in het voorzitterschap voorzien.
Van het verhandelde in de ledenvergadering worden door de secretaris van het bestuur en bij diens afwezigheid door degene die daartoe door de voorzitter van de vergadering wordt aangewezen, notulen gemaakt. Deze notulen worden aan de volgende ledenvergadering ter goedkeuring voorgelegd.
Besluitvorming van de ledenvergadering Artikel 24
Voorzover de statuten niet anders bepalen, worden alle besluiten door de ledenvergadering genomen met gewone meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen.
Blanco stemmen en ongeldige stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
Over zaken wordt mondeling gestemd, over personen wordt schriftelijk gestemd, onverminderd de mogelijkheid om op voorstel van de voorzitter van de vergadering een besluit te nemen bij acclamatie.
Indien bij een verkiezing van personen geen van de kandidaten het
vereiste aantal stemmen heeft verkregen, wordt herstemd over de twee kandidaten, die in eerste instantie de meeste stemmen kregen. Mochten door gelijkheid van stemmen - aantal meer dan twee personen voor de herstemming in aanmerking komen, dan wordt door een tussenstemming uitgemaakt over welke twee van hen zal worden herstemd, casu quo over welke van hen tezamen met de kandidaat die in eerste instantie het hoogste aantal stemmen verwierf, zal worden herstemd. Bij herstemming en tussenstemming is diegene verkozen, die de meeste stemmen op zich verenigt. Indien bij een herstemming of tussenstemming de stemmen staken, beslist het lot.
Staken de stemmen bij een andere stemming dan wordt het
voorstel geacht niet te zijn aangenomen.
Statutenwijziging Artikel 25
In de statuten van de vereniging kan alleen verandering worden
gebracht door een besluit van een ledenvergadering waartoe is
opgeroepen met de mededeling dat op die vergadering wijziging van de statuten zal worden voorgesteld.
Zij die de oproeping tot de ledenvergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten tenminste twee weken vóór de dag van die vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen, op twee of meer daartoe geschikte plaatsen voor de leden ter inzage leggen tot de afloop van de dag, waarop de vergadering wordt gehouden. De plaatsen waar het voorstel voor de statutenwijziging ter inzage ligt, worden bij de oproeping voor de vergadering bekend gemaakt. Tevens kan het voorstel tot wijziging van de statuten worden opgenomen in het verenigingsblad.
Een besluit tot wijziging van de statuten behoeft tenminste twee derde van de geldig uitgebrachte stemmen in een vergadering van de aanwezige leden.
Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een
notariële akte is opgemaakt. Ieder bestuurslid is bevoegd om de
gewijzigde statuten in een notariële akte te laten opnemen en om deze akte te tekenen.
Ontbinding en vereffening Artikel 26
De vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de
ledenvergadering. Het bepaalde in de leden 1 tot en met 4 van het voorgaande artikel is daarbij van overeenkomstige toepassing.
Het bestuur is belast met de vereffening van het vermogen van de
ontbonden vereniging, tenzij bij het besluit tot ontbinding andere
vereffenaars worden aangewezen.
De bestemming van het batig saldo wordt, op voorstel van het bestuur bepaald door de ledenvergadering bij het besluit tot ontbinding, welke bestemming zoveel mogelijk in overeenstemming met het doel van de vereniging dient te zijn.
Huishoudelijk reglement Artikel 27
De ledenvergadering zal, op voorstel van het bestuur, een huishoudelijk reglement vaststellenen kan in een aldus vastgesteld reglement aanvullingen en wijzigingen aanbrengen.
Een huishoudelijk reglement mag niet in strijd zijn met de wettelijke bepalingen, ook waar deze geen dwingend recht bevatten, noch met de statuten.
Het bepaalde in artikel 25 lid 3 is van overeenkomstige toepassing op de vaststelling en de aanvulling of wijziging van het huishoudelijk
reglement.
Onvoorziene situaties Artikel 28
In de gevallen waarin de wet, deze statuten of het huishoudelijk reglement niet voorzien of waarin verschil van opvatting blijkt te bestaan omtrent uitleg en/of toepassing van de wet, deze statuten of het huishoudelijk reglement, beslist het bestuur."
BIJLAGEN
- notulen ledenvergadering.
SLOT
De verschenen personen zijn mij, notaris, bekend en de identiteit van de bij deze akte betrokken verschenen personen is door mij, notaris, aan de hand van de daartoe bestemde documenten vastgesteld.
Deze akte is verleden te Waardenburg op de datum in het hoofd van deze akte vermeld.
De zakelijke inhoud van de akte is aan hen opgegeven en toegelicht. De verschenen personen hebben verklaard op volledige voorlezing van de akte geen prijs te stellen en tijdig voor het verlijden van de akte van de inhoud van de akte te hebben kennis genomen en te zijn gewezen op de gevolgen die voor partijen uit de akte voortvloeien. Deze akte is beperkt voorgelezen en onmiddellijk daarna ondertekend, eerst door de verschenen personen en vervolgens door mij, notaris.
(Volgt ondertekening)
UITGEGEVEN VOOR AFSCHRIFT
Mr. E. C. van Luijn
Notaris in de gemeente West Betuwe